Ga mee in het spel van de kinderen, stap in de doen-alsof-wereld
Waarom doen-alsof-spel?
In doen-alsof-spel gaan kinderen op in hun verbeelding. Hoewel ze weten dat ze spelen, ervaren ze de doen-alsof-wereld op een bepaalde manier als ‘echt’, als ‘natuurlijk’. Dat is bepalend voor hun betrokkenheid. Accepteer daarom de ideeën en oplossingen die de kinderen in hun spel verwerken, ook als die in de grote-mensen-wereld niet zo voor de hand liggend zijn.
Meegaan in de doen-alsof-wereld van de kinderen, gaat het best vanuit de spelbegeleidingsrol van ‘speelmaatje’. Je speelt mee als insider en bent geen ‘oog van buitenaf’ (dus ook even geen pedagogisch medewerker, leerkracht of opvoeder). In de rol van speelmaatje kom je het dichtst bij het plezier van binnenuit het spel. Als je mee wilt gaan in het spel, is het belangrijk om de doen-alsof-wereld in stand te houden of zelfs te versterken. Dat doe je door eerst goed te observeren wat de kinderen spelen (zie kernelement 4), en je vervolgens te verbinden met de kinderen door in hun doen-alsof -wereld te stappen. Je gaat op in het spelverhaal.