Kernelement 8

Verrijken vanuit je spel:
Verdiep het spel en breid het uit

Zie het spel als een verhaal. Je kunt het verhaal meer kleur en details geven (verdiepen), je kunt het ook langer maken of nieuwe hoofdstukken toevoegen (verbreden).
Pak allereerst ideeën van kinderen op die in het spel ontstaan: laat de kinderen erop doorgaan en ga erin mee, zodat jullie het spelverhaal samen uitbouwen. Als de betrokkenheid afneemt of als het spel stagneert, gebruik je jouw rol in het spel om het spel van binnenuit te verrijken.
 

Je kunt op verschillende manieren iets inbrengen in het spel:

•    Verdiep de handeling door details toe te voegen of taal in te zetten die de kinderen zelf nog niet laten zien. Je blijft daarbij als het ware in hetzelfde moment, brengt de verhaallijn niet verder in de tijd. Verdiepen van de handeling is vergelijkbaar met het toevoegen van extra zinnen in een alinea over hetzelfde onderwerp.

Voorbeeld: De poes is ziek. Juf Tessa gaat met hem naar de dierenarts. Als de dokters niet meer heel goed verder komen, vraagt Tessa hen om een ‘behandelplan’ voor de poes: “Wat gaan jullie dan allemaal doen? Wat gaat u dan onderzoeken”? En als de dierenartsen besluiten dat poes een nachtje moet blijven, vraagt ze om een uitleg: “Jullie willen hem opnemen, maar waarom dan”? Op die manier helpt Tessa de kinderen om het niveau van hun spel te verdiepen. 

•    Breng een volgende handeling in om het verhaal een stukje verder te brengen in de tijd. Sluit daarbij aan op de verhaallijn, geef er een logisch vervolg aan. Dit laat zich vergelijken met een nieuwe alinea in het verhaal.

Voorbeeld: Wat later in het spel draagt Tessa een volgende handeling aan, als zij vraagt: “Waar moet poes dan slapen”? Waarop de dierenartsen samen op zoek gaan naar een geschikt poezen-ziekenhuismandje.

•    Geef een wending aan het verhaal via een grote, redelijk onvoorspelbare, impuls. Op die manier kun je af en toe een heel nieuw hoofdstuk inzetten, wat vooral goed werkt als de kinderen hun betrokkenheid verliezen, of als het spelverhaal afgelopen lijkt te zijn.
Voorbeeld: Als de dokters wel klaar zijn met het onderzoeken van de zieke poes, kan Tessa bijvoorbeeld de volgende dag terugkomen om hem op te halen en ontdekken dat poes is weggelopen of een andere patiënt – de goudvis – heeft opgegeten.
Met zo’n nieuwe wending kan het weer spannend en uitdagend worden en wordt de fantasie van de kinderen geprikkeld. Soms kan zo’n grotere dramatische inbreng in het spel zinvol zijn, maar neem als professional wel meteen weer gas terug om de kinderen voldoende ruimte te geven voor hun eigen initiatieven.

Van te voren?
Het helpt om van te voren al na te denken over mogelijke handelingen, rollen en verhaallijnen die zouden kunnen ontstaan. Pas vervolgens wel op dat je tijdens het spelen niet te strak vasthoudt een je eigen plan. Als het spel een andere kant op gaat, is dat ook prima. Het verhaal en de beleving van de kinderen staan voorop.

Aansluiten
Sluit aan bij het verhaal en bij de kennis en ervaringen van de kinderen. Kinderen hebben kapstokjes nodig om nieuwe ervaringen aan te koppelen. Als ze zich vertrouwd voelen met bepaalde spelsituaties ontstaat er ruimte voor de professional om iets nieuws in te brengen.

Nodig of niet?
Verbreed of verdiep het spel alleen als dat zinvol is en wees niet te dominant. Voeg alleen iets toe als het spel echt stilvalt of als er een vervolgstap nodig is in het belang van de spel- en/of taalontwikkeling. Blijf steeds goed kijken naar de kinderen en ga mee met wat zij doen.