Verantwoording

Verantwoording

Op deze pagina vertellen we meer over het project Taal-in-Spel en het onderzoek in dat project.

Centraal stond de vraag: Hoe kunnen professionals in peuter- en kleutergroepen speldoelen en taaldoelen combineren in doen-alsof spel?”

We zijn samen met leerkrachten en pedagogisch medewerkers aan de slag gegaan.

Je vindt hier antwoord op de volgende deelvragen:

  1. Waarom vindt de praktijk Taal-in-Spel belangrijk?*
  2. Wat is er vernieuwend vanuit onderzoeksperspectief?*
  3. Wat is de opbrengst voor de praktijk?*
  4. Hoe is het onderzoek uitgevoerd?*
  5. Wat is er uit het onderzoek gekomen?*
  6. Hoe is het onderzoek gefinancierd? *

*1. Waarom vindt de praktijk taal-in-spel belangrijk?

Jonge kinderen ontwikkelen zich al spelenderwijs. Voor deze ontwikkeling is het belangrijk dat dit spel zich verdiept, omdat er dan kansen zijn op fundamentele leerprocessen. Pedagogisch medewerkers en kleuterleerkrachten signaleren echter dat spel in hun praktijk verloren dreigt te raken door de aandacht voor een programmatische aanpak van het taalonderwijs. Deze professionals pleiten voor behoud en versterking van spel, omdat het voor jonge kinderen de geëigende manier van leren is. Tegelijk zoeken ze naar kansen om binnen het spel aan taaldoelen te werken. Taal wordt steeds crucialer door de snelle en vele ontwikkelingen op het gebied van moderne communicatie. Een aantal algemene vaardigheden in de 21e eeuw zijn zeker onontbeerlijk (Marzano & Heflebower, 2012). Het analyseren en gebruikmaken van informatie, het aanpakken van complexe problemen en zaken, het creëren van patronen en mentale modellen, jezelf kennen en beheersen, en het begrijpen van en interacteren met anderen. In deze vaardigheden is taal het onmisbare middel. Pedagogisch medewerkers en kleuterleerkrachten signaleerden dat het lastig is om taal- en speldoelen in de praktijk te combineren.

Er is onderzocht hoe professionals hun eigen begeleidingsrol tijdens spel kunnen inzetten om tegelijk de kwaliteit van spel en de taalontwikkeling te stimuleren. We hebben vooral ingezoomd op de taa l- en denkontwikkeling van kinderen. Juist in spel doen zich voortdurend situaties voor waarin taal en denken gestimuleerd kunnen worden.

*2. Wat is er vernieuwend vanuit onderzoeksperspectief ?

In dit project Taal-in-Spel zijn de twee onderzoeksterreinen ‘spel’ en ‘taal’ verbonden. Hoe kunnen taal- en speldoelen gecombineerd worden? Onderzoek laat zien dat het niet zozeer het onderwijsprogramma is dat tot leeropbrengsten leidt, maar vooral de rol die de professional speelt in interactie met de kinderen (de Haan, Leseman & Elbers, 2011). Het verbeteren van de kwaliteit van de interacties tussen professional en kind tijdens doen-alsof spel lijkt kansrijk- , omdat daar immers taal als communicatiemiddel ingezet kan worden. Het ontbreekt professionals echter aan gefundeerde handvatten om tegelijkertijd aan de twee domeinen van taal- en spelontwikkeling te werken. Dit komt omdat taal en spel tot nu toe grotendeels gescheiden onderzoeksterreinen zijn: er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de rol van taal in spel. Als professionals erin slagen om doelen van spelontwikkeling te combineren met die van taalontwikkeling, kan spel een krachtige bron zijn voor taalontwikkeling en kan taal een krachtige bron zijn voor spelontwikkeling. Met het project hebben we inzicht gekregen in de manier waarop verschillende begeleidingsrollen in doen-alsof-spel interacties creëren waarin de kinderen tegelijk spelvaardiger en taalvaardiger worden: we duiden dit kortweg aan als inhoudelijke integratie van spel- en taaldoelen.

We zijn op zoek gegaan naar voorbeelden van ‘good practices’ die concreet maken wat de professional in de interactie tijdens spel doet, op welke momenten, hoe dit aansluit bij het spel van de kinderen en hen verder uitdaagt en waarom deze interactie de spel- en taalontwikkeling ten goede komt.

*3. Wat is de opbrengst voor de praktijk?

Wat is kansrijk? Eerder onderzoek, www.uitdagentotgesprek.nl, laat zien dat het mogelijk is om met jonge kinderen taal en denkgesprekken te voeren als we kleine of grotere problemen opwerpen binnen een rijke talige leeromgeving en als we kinderen de ruimte geven om daar oplossingen voor te bedenken. Deze bevindingen hebben we meegenomen in dit nieuwe onderzoek. Dat heeft geleid tot een aantal elementen die we samengevoegd hebben tot: tien kernelementen Taal-in-Spel *. In deze kernelementen Taal-in-Spel worden onder andere principes voor de talige spelbegeleiding en scenario’s voor activiteiten beschreven. Met de kernelementen Taal-in-spel kunnen professionals kansen grijpen voor gerichte begeleiding van spel om taal- en speldoelen te bereiken. Daardoor kunnen jonge kinderen krachtiger en efficiënter hun taal- en spelvaardigheid ontwikkelen, en zo meer profiteren van de tijd die ze in de peuter- en kleutergroepen doorbrengen.

*4. Hoe is het onderzoek uitgevoerd ?

Het project Taal-in-Spel richtte zich op het ontwerpen van een praktisch beproefde aanpak voor de inhoudelijke integratie van taal- en speldoelen. Het onderzoek is in drie stappen verricht:

  • stap 1: ontwerp van het prototype Taal-in-Spel
  • stap 2: onderzoek naar de werking van het prototype
  • stap 3: definitieve versie van de aanpak Taal-in-spel

Stap 1. Het ontwerpen
We hebben gewerkt in drie professionele leergemeenschappen (plg’s), waarin pedagogisch medewerkers van peuterspeelzalen of kinderopvang en leerkrachten van kleutergroepen samenwerkten met onderzoekers. Zo is expliciete en impliciete praktijkkennis van professionals gecombineerd met inzichten uit theorie en onderzoek. In bijeenkomsten van de plg’s werden in de loop van een schooljaar werkversies van de aanpak ontworpen die vervolgens in de praktijk werden uitgeprobeerd. In de vorm van individuele coaching aan de hand van video-opnames in eigen praktijk reflecteerden professional en onderzoeker samen op de uitvoering: lukt het om zowel taal- als speldoelen te realiseren, wanneer de professional in het doen-alsof-spel meespeelt? In de plg’s bespraken professionals hun opnames ook met elkaar, om de werkversies verder aan te passen. Zo is een uiteindelijk prototype ontwikkeld, dat in stap 2 is onderzocht op zijn werking.

Stap 2. De werking van het prototype
Het doel van deze stap was inzicht krijgen in de manier waarop een verbeterde begeleiding tijdens doen- alsof-spel gepaard gaat met actieve en uitgedaagde deelname door de kinderen in spel en interactie daarin. We hebben een kleinschalige summatieve evaluatie uitgevoerd in de vorm van een meervoudige case studie.

Cases.
Een deel van de professionals uit stap 1 heeft het prototype gedurende een thema van 4 tot 6 weken uitgevoerd. Ze speelden minstens een keer per week mee met twee doelkinderen. Een case bestaat dus uit een professional met twee doelkinderen. De professionals waren verdeeld over peuter- en kleutergroepen en over de regio’s. De doelkinderen varieerden in hun taalvaardigheid. Van 8 professionals en doelkinderen hebben we voldoende gegevens kunnen verzamelen.

Dataverzameling.
Aan de hand van een case studie protocol zijn systematisch gegevens verzameld. Professionals hebben een startvragenlijst over hun manier van spelbegeleiding ingevuld aan het begin van het project. In de plg’s hebben de professionals samen eindbesprekingen gevoerd, waarvan de opbrengsten zijn genoteerd. Aan het begin, midden en einde van het thema is het doen-alsof-spel van de professional met twee doelkinderen gefilmd. Iedere opname is met de professional nabesproken, om tot een goede interpretatie van de opname te komen. Deze interpretatiegesprekken zijn op audio vastgelegd. De onderzoekers noteerden hun reflecties naar aanleiding van de opnames en de nabespreking. De professionals hielden een logboek bij over hun eigen rol en die van de kinderen. Bij de doelkinderen is een woordenschattest afgenomen door de onderzoekers, om een indicatie te hebben van de taalvaardigheid van de kinderen.

Analyses.
De insteek van de analyse is kwalitatief: het gaat om diepgaande, intensieve beschrijvingen van verschillende cases, om inzicht te krijgen in de manier waarop de interactie bijdraagt aan spel- en taalontwikkeling. Kwantitatieve gegevens over de interactie ondersteunen de kwalitatieve beschrijvingen. Op basis van de startvragenlijsten, logboeken, interpretatiegesprekken en reflecties zijn case studie rapporten samengesteld. We combineren de case studie rapporten met kwantitatieve gegevens uit de video-opnames tot een portret van iedere case.

De video-opnames zijn in CLAN/CHAT getranscribeerd, gecodeerd en geanalyseerd. De elementen uit het prototype zijn voor een deel geoperationaliseerd in variabelen voor het gedrag van de professional en het gedrag van de kinderen, die op uitingsniveau zijn gecodeerd. Bijvoorbeeld het kernelement “Ga mee in het spel van de kinderen” is gemeten met een variabele die weergeeft hoe de professional met die uiting haar begeleidingsrol invult: zit ze echt binnen het doen-alsof-spel, geeft ze aanwijzingen van buiten af, of bepaalt zij het spel. Bij de kinderen is bijvoorbeeld gekeken naar de mate waarin ze initiatief nemen in inhoud (brengen ze nieuwe elementen in) en beurt (praten ze op eigen initiatief, of alleen als antwoord op een vraag). De onderzoekers hebben met elkaar de operationaliseringen uitgewerkt en de coderingen beproefd. Aanscherpingen zijn aangebracht om tot voldoende overeenstemming tussen de codeurs te komen. De onderzoekers die als paar de hoogste overeenstemming bereikten, hebben de definitieve coderingen uitgevoerd. Andere elementen zijn op globaal niveau beoordeeld voor de video-opname in zijn geheel. Dit betreft bijvoorbeeld het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen in het spel en de manier waarin de professional op het samenspelen met de kinderen gericht is. Hier hebben twee onderzoekers de video’s beoordeeld en heeft een derde onderzoeker dat oordeel gecontroleerd. De variabelen zijn ordinaal van aard. De categorieën van iedere variabele zijn op inhoudelijke en theoretische gronden geordend. Voor een aantal variabelen aan de kant van de professionals is dat een ordening van zeer gunstig tot zeer ongunstig. Bijvoorbeeld voor de spelbegeleidingsrol. Voor andere variabelen van de professional (bijvoorbeeld stimuleren van complexe denktaal) en voor de kindvariabelen loopt de ordening van (zeer) gunstig tot neutraal. Per opname zijn frequentietellingen op alle categorieën per variabele uitgevoerd.

Door onderlinge vergelijking van de cases op de kwantitatieve gegevens is bepaald welke cases boven gemiddeld gunstige interactie in spel vertoonden. Hiertoe hebben we de categorieën die als zeer gunstig of gunstig gelden, bij elkaar gevoegd. Door de portretten van deze meest gunstige cases te vergelijken met die van de gemiddelde cases, kunnen we de adviezen bij de kernelementen nog toespitsen en aanvullen.

Stap 3: Definitieve versie van de aanpak taal-in-spel
Het prototype uit stap 2 is omgewerkt naar een overdraagbare versie, die zoveel mogelijk aansluit bij de praktijk van professionals in voor- en vroegschool. De kernelementen zijn in vier groepen ondergebracht: uitgangspunten, verkennen, verbinden en verrijken. Deze laatste drie, de drie V’s, zijn gangbare begrippen in de professionalisering van pedagogisch medewerkers en kleuterleerkrachten. Ieder kernelement is voorzien van een toelichting en een fragment van een video-opname. Die fragmenten zijn geselecteerd uit de video-opnames van stap 1 en 2.

*5. Wat is er uit het onderzoek gekomen?

De analyses zijn nog niet helemaal afgerond. We zullen hier zo snel mogelijk de resultaten opnemen.

*6. Hoe is het onderzoek gefinancierd?

Het onderzoek is als twee-jarig project dat gefinancierd wordt door de Stichting Innovatie Alliantie. www.regieorgaan-sia.nl

 

Bronnen:

Damhuis, R., De Blauw, A. & Brandenbarg, N. (2004). CombiList, een instrument voor taalontwikkeling via interactie. Praktische vaardigheden voor leidsters en leerkrachten. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

Haan, A. de, P. Leseman, & E. Elbers (2011). Pilot gemengde groepen 2007-2010. Onderzoeksrapportage oktober 2011. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Marzano Robert, J. & T. Heflebower, (2012). Klaar voor de 21e eeuw, vaardigheden voor een veranderende wereld. Bazalt Educatieve Uitgaven.

 

Specialist in ontwikkelingsgericht onderwijsHogeschool lerarenopleidingInstituut voor onderzoek van opvoeding en onderwijsHogeschool lerarenopleiding