Kernelement 3

Betrek alle kinderen in communicatie, dus ook de laagtaalvaardige, stille of minder actieve kinderen

Kinderen die nog weinig praten, kunnen al wel non-verbaal aan de communicatie deelnemen: door te handelen en via gebaren. Daag hen uit tot actief handelen en betrek hen in het spel. Verwoord waar dat passend is de non-verbale spelacties van de kinderen.

•    Reageer zoveel mogelijk op alle bijdragen aan de communicatie van deze kinderen, zowel non-verbale als verbale.
•    Maak oogcontact, laat merken dat je het kind gezien of gehoord hebt en ga erop in. Dat kan door een verbale reactie, maar vaak is stilte en uitnodigend kijken ook al voldoende.
•    Zorg dat je niet zélf het middelpunt wordt van het spel, maar stimuleer juist het onderlinge samenspel.
•    Organiseer regelmatig vrij homogene groepjes, qua spel- en taalniveau, zodat alle (laagtaalvaardige, stillere of minder snelle) kinderen voldoende tijd en kansen krijgen om actief bij te dragen aan het spel. Wanneer er ook taalvaardiger of ‘snellere’ (actievere) kinderen in het groepje zitten, leidt dat vaak tot één-op-één interacties tussen die kinderen en de professional.
•    Wees heel alert op non-verbale acties of reacties, en haak als het even kan aan bij een talig initiatief (al is het zacht gesproken of niet meteen te begrijpen). Zet je antennes op scherp om juist die initiatieven op te pikken.

Aandachtspunten:
•    Let op dat je als professional niet zelf de stiltes opvult. Zeker bij stille of laagtaalvaardige kinderen ligt dat op de loer. Alternatief: mee-handelen met de kinderen,.
•    Let op de samenstelling van de groep kinderen. Er ontstaat snel één-op-één interactie tussen de professional en het snelste kind. Als het minder snel pratende kind wel intensief het spel volgt en meebeleeft, en zelfs mee-handelt, is dit een uitgelezen kans om zijn deelname ook talig te maken. Vooral voor de stillere kinderen (verlegen, minder taalvaardig, minder snel) is het belangrijk dat zij ook regelmatig samenspelen met andere minder taalvaardige of minder spraakzame kinderen. De stille (laagtaalvaardige) kinderen krijgen in die context betere kansen om zelf verbaal mee te doen en initiatieven te gaan nemen.

Hoe ondersteun je de stillere of laagtaalvaardige kinderen? Lees het in de FAQ.

Bronnen

Damhuis, R. & Zalm, E. van der (2017). A Provocative Approach for Communication with Low-Proficient Children: Examining How the Interactive Role of Teachers and Children Changes. Language and Literacy, Volume 19, Issue 2, Special Issue 2017, 51-71. 

Roberts, T. A. (2014). Not so silent after all: Examination and analysis of the silent stage in childhood second language acquisition. Early Childhood Research Quarterly, 29 (2014), 22-40.